Lever en gal, water en vuur
De hele lever is doortrokken van een fijn netwerk van galgangen, die uiteindelijk in de galblaas uitmonden. Gal is een scherpe, vurige, afbrekende vloeistof. Galzuren zijn omgevormd cholesterol. Hieruit worden de galzure zouten gevormd. Het bevat bilirubine, een afbraakproduct van hemoglobine. Gal is niet alleen scherp maar ook bitter. Bitter stimuleert de stofwisseling. Gal bewerkstelligt de eerste afbraak van vetten. Dat is belangrijk, want vetten zijn niet zo makkelijk af te breken. Zo heeft de lever een polariteit in zich: de opbouw van de lever, en de afbraak van de gal. Water en vuur!
De gal is een dagorgaan, de lever een nachtorgaan. Om 15.00 uur is het hoogtepunt van de galactiviteit en en 3.00 uur het hoogtepunt van de leverwerking. Het afnemen van de galactiviteit na 15.00 uur is merkbaar als een middagdip. De afname van de leverwerking om 3.00 uur kan leiden tot een vervroegd wakker worden.
Orgaan van de wil
De lever maakt omzetten van voornemens in handelingen mogelijk. De lever is hét stofwisselingsorgaan bij uitstek, en is dan ook het orgaan van de wil. Voor wilskracht is immers energie nodig en die komt van de stofwisseling.
Bij een depressie is de lever verzwakt, en daarbij valt het vaak op dat juist ook de wil is verzwakt.
Een goede of een wat sterkere leverwerking leidt tot flegma. Flegma herken je aan bijv. een onverstoorbare rust en traagheid. Er is een vitale stevigheid en er is een neiging om steeds door te gaan met hetzelfde. De gal geeft tegenwicht en brengt meer leven in de brouwerij. Zonder de gal zou ieder mens flegmatisch zijn.
‘Reukorgaan’
Rudolf Steiner beschrijft dat de lever een zintuigorgaan voor de voeding is. De lever is een metamorfose van het reukorgaan, is als het ware ‘de neus voor de stofwisseling’. Hij ruikt wat in de omgeving is; bijvoorbeeld of de voeding schadelijk is. Zijn er schadelijke voedingsstoffen, dan houdt de lever ze weg en scheidt meer gal af.
Bij de oudere mens is de lever minder gevoelig, als het ware blind geworden. Daardoor is er meer kans op onder meer maag- en darmkanker. Het proeven bevordert de ontwikkeling van de lever. Maar als het genot van de smaak te sterk wordt en zich dan ook uitbreidt naar het buikgebied in plaats van in de mond, dan kan de lever juist degenereren.
Lever en de ziel
De leverprocessen werken ook in het zielengebied. Heeft de lever een wat grotere invloed in het gestel van een mens dan zien we een gemoedsvol type mens, wilskrachtig, en een levensgenieter. De lever kan ook verzwakt zijn. Als het innerlijke chemisme (dus het leverproces) in een mens niet juist werkt is men koppig en eigenwijs, wil zijn gelijk, men is onbeweeglijk in begrippen, laat gedachten weg.
Angsten die bij de lever horen, hebben te maken met het stagneren van de stromende levenskrachten. Dan valt de levenslust en de wil weg, en de kracht naar de toekomst verzwakt. Er ontstaan levensangst, sociale angst en dergelijke.
Therapie
De lever is in zijn gezondheid mede afhankelijk van het water. Goede kwaliteit water drinken is van belang, evenals voldoende water drinken. Dan is het -zoals we al zagen- van belang het eten goed te proeven. En dat eten zou ook gezond eten moeten zijn, zonder chemische toevoegingen.
De lever is ook erg gebaat bij voldoende nachtrust zodat hij ongestoord zijn werk kan doen.
Een plantaardig levermiddel is Hepatodoron, een preparaat van bosaardbeiblad en druivenblad. Metaalpreparaten die de lever kunnen ondersteunen zijn van Tin, IJzer en Koper.
Nieuwe levenskrachten
De lever is een orgaan wat ons bij uitstek voedt. Na de vermoeienis en de afbraak van de dag is de lever ’s nachts regenererend en ontgiftend bezig. Met nieuwe levenskrachten worden we wakker.
Er is een gelijkenis met het voorjaar. Na de herfst en de winter brengt het voorjaar nieuwe krachten.
Niet zomaar valt Pasen in het voorjaar. Wat sterven leek te zijn, bleek een opstanding en nieuw leven.
(bron https://www.de-lemniscaat.nl/de-lever/ )